meneer vogel
vorige week zat er een vogel voor de deur, hoe die daar zo helemaal boven in de traphal terechtgekomen was is nog steeds een raadsel.
Hij was helemaal bemodderd en nat en door alle smerigheid had hij een lamme vleugel.
Weerloos tegen mijn klauwen, graaide ik hem van de grond, hij huilde zoals een zwijntje op de slachttafel en beet met zijn scherpe bek genadeloos in mijn hand.
Ik plaatste hem tussen de bloemenpotten op het dak, nam wat brood uit de frigo, dopte dat in melk en voederde meneer vogel. Hij schudde vriendelijk met zijn kopje, had eindelijk door dat mijn bedoelingen nobel waren en hij at als een negertje dat in geen week een bord rijst had gezien.
Nadien liep hij zichzelf droog in de dakzon, en amper drie uren na onze kennismaking vloog hij de straatwolken in.
goed gedaan, zei ik tegen mezelf, alweer een leven gered.
Sinds die dag komt meneer vogel me iedere ochtend groeten, fluitend landt hij op de tafel, zonder gene placeert hij een strontje op het witte tafelkleed, hij bijt eens in de kaas, schudt met zijn kopje, fluit en fluit, graait een stukje brood mee en vliegt weer weg.
Soms brengt hij ook vrienden mee en dan doen ze heel stoer, dan fluit meneer vogel geen goeiemorgen, dan doet hij alsof hij zich hier alles mag permitteren, dan bijt hij met zijn vrienden in appels en mandarijnen, drinken ze fruitsap en indien ze het zouden kunnen schonken ze een wodka in.
Ook vogels kunnen macho zijn.
leave a comment