Singajo's world

voor Noah & Hannah

Posted in Uncategorized by singajo on maandag, 28 maart, 2011

liefste Notebrood en Hannepan,

gisteren is tante jo na lange tijd nog eens op bezoek geweest
bij haar goede vriend Divo,
dat was best spannend want zijn huis was vergrendeld wegens instortingsgevaar
eigenlijk mocht ze hem niet zien van de boze mannen in safaripakjes
maar je kent tante jo, ze is gewoon over de omheining gekropen omdat ze hem per se goeiedag wilde zeggen
zijn huis was een beetje verwoest door een onweer en het was daar heel gevaarlijk vonden die safariemannen
maar tante jo was niet bang, ze kon toch niet verdrinken in een onnozel plasje water?

Divo zag er heel triestig uit, misschien omdat hij veel aandacht gewoon is
en er nu niemand naar hem omziet
er mag immers niemand op bezoek komen
en sinds hij een klein broertje heeft,
wonen zijn mama en papa met dat broertje in een ander huis
waar er wel bezoek mag komen
en er geen instortingsgevaar is

Divo vertelde dat het een hondenleven is,
zo moederziel alleen
in die kleine bak water,
altijd de zelfde rondjes huppelen in die zwembak,
de stomme vissen die voortdurend aan zijn poep zitten pulken,
zwemmen in zijn eigen stront
en vooral: geen vriendjes om mee te spelen
want zeg nu zelf:
hij is toch veel te groot om met die kleine vissen te spelen?
alsof wij zouden spelen met de vlooien in ons haar

tante jo heeft veel over jullie verteld
en Divo zou graag eens voetballen met Noah
of dansen met Hannah
misschien vinden jullie het vreemd
maar Divo kan echt dansen,
een beetje zoals tante jo:
met de elegantie van een nijlpaard
hij heeft ook gezegd dat Notebrood
beslist minder doelpunten zou scoren
als hij in de goal zou staan

met zijn trieste ogen heeft Divo gesmeekt
of hij mag mee komen naar Hannah’s lente feest,
het communiefeest voor kindjes wiens ouders niet in jezus geloven
zoals opa het noemt
dat zou hij echt leuk vinden
en zoveel moeite is het niet:
jullie moeten alleen het blauwe zwembadje oppompen
en slapen doet hij met plezier in het ligbad
misschien moeten jullie hem dan wel de trap ophelpen
hij heeft in ieder geval beloofd om niet te snurken

Mag Divo meekomen naar het feest?

Laat het snel weten want dan koopt tante Jo een grote valies.

Liefs en kusjes uit de tropen,

tante jo

chaqu’un son style

Posted in Uncategorized by singajo on vrijdag, 25 maart, 2011

of hoe men pinten serveert op de pier van Dabosingkep …

vriendinnen

Posted in sumatra by singajo on donderdag, 24 maart, 2011

ik kijk graag naar de wolken

Posted in Uncategorized by singajo on woensdag, 23 maart, 2011

early morning balloon session – the invasion of the casino (2)

Posted in Uncategorized by singajo on maandag, 21 maart, 2011

het mbs skypark stond het voorbije weekend alweer in de belgische kranten omdat de baas van het zwembad een belg is en omdat men daar handgemaakte flessen champagne aan 12.500 euro per stuk serveert in een bar waar u voor 55.000 euro met de glimlach een lidkaart krijgt.

Neen, ze hebben ons geen vip-kaart aangeboden in ruil voor deze foto. Boeren zijn het daar.

Mai

Posted in Uncategorized by singajo on zondag, 20 maart, 2011

Mai op bed, sms-end met haar moeder – toen haar wereld nog anders was en haar geboortehuis nog bestond.

*****

Ik had haar al in tijden niet meer gezien. Maar misschien mede door haar trek ik me het leed van al die Japanners zo heel hard aan. Want zo is het toch, dat een mens meer medeleven voelt als hij zich op 1 of andere manier betrokken voelt?

Donderdag was er in Blu Jaz, een van de meest ongedwongen bars van het eiland, een groot feest ter ere van Japan. Men zou daar geld inzamelen voor waterzuiveringssystemen aangedreven op fietskracht. Hun streefdoel was 15000 dollar. Ik ben er naar toe gegaan met een klein hartje, en huiloogjes. Sinds die tsunamie was het alsof al het wereldse leed nog eens goed tot me doordrong, het verlamde me volledig. De onzin van mensen die oorlog willen voeren, het streven naar de oppermacht terwijl de natuur uiteindelijk het sterkste blijft.
Waarom zijn mensen zo dom?
En waarom kan ik de wereld niet redden? Dat ook …

Mai zag er donderdag heel gracieus uit in haar buikdanseressenoutfit. Ze straalde maar had ook tranen. Ze had haar vader die samen met de rest van de familie in Sendai woont vlak na de zondvloed aan de telefoon gehad. Are you allright?
We are alive, had hij gezegd. Alive. Maar sindsdien kan ze hen niet meer traceren, is er geen contact meer. “Het enige wat ik nu kan doen is dansen, geld inzamelen. En het beste hopen,” zei ze moedig.

En zo waren er veel verhalen afgelopen donderdag, van vermiste familieleden, verdronken vrienden, en hun weggespoelde geboortehuizen. Iedereen was triest, maar iedereen voelde zich gesterkt door zoveel solidariteit. De Japanners hadden kleine hebbedingetjes in elkaar geknutseld, origami broches met lampjes, stickers met Gambatte Japan!-ontwerpen.
Aya, de immer vinnige, virtuoze jazz pianiste riep uit dat het prachtig was. Al dat volk, al die mensen die gul dollars in de blikken donatie dozen staken. En vooral: dat het gelukt was om op zo’n korte tijd zoveel volk te mobiliseren. “Normal people like you and me.”

Meer dan 1500 normal people. en meer dan 79000 dollar.
De wereld is er niet mee gered,
maar het was mooi en hartverwarmend,
in deze moderne tijden van cholera.

een te late ontdekking

Posted in Uncategorized by singajo on donderdag, 10 maart, 2011

Het enige minpunt van mister Tan’s zalige restaurant, is het toilet,
een gat in de houten vloer waarboven ik -wiebelend op de baren –
en na enige aarzeling gehurkt ging zitten
maar zie,
ik zag het veel te laat
het kan ook comfortabbel

het heerlijke wederzien met mister Tan

Posted in Uncategorized by singajo on donderdag, 10 maart, 2011

het was meer dan een jaar geleden dat ik de lekkernijen van mister Tan nog eens had geproefd. De tijd vliegt, maar gelukkig blijft zijn restaurant ter plaatse dobberen en is zijn magisch eetparadijs nog steeds een goed bewaard geheim.

mededeling van algemene nuttigheid

Posted in sumatra by singajo on woensdag, 9 maart, 2011

vergeet nooit om indonesische hotelmeisjes
een fikse fooi te geven als dank
voor hun immer stralend gezicht
of ze lopen je na de uitcheck achterna
en zeggen – met hun immer stralend gezicht –
dat er een handdoek missende is,

en ook al weet je zeker
dat die grauw grijze handdoek
niet in uw valies zit
maar wel al rondjes draait in hun wasmachien
die handdoek zul je betalen
als fikse fooi
voor hun immer stralend gezicht

langs de kant van de weg

Posted in filmpjes, sumatra by singajo on zaterdag, 5 maart, 2011

Vorige week maandag vlogen we na een tussenstop met shoot in Jakarta naar Palembang op Sumatra. Muara Enim, onze eindbestemming lag nog 180 km verder.
180 km baan volgestouwd met overladen kolencamions, zoveel bananenbomen dat ze op den duur gingen vervelen en de stank van uitlaatgassen waartussen ojeks zich dansend bewogen. Ik was er helemaal suf van geworden toen we na zes uren rijden in het muf hotel aankwamen. Geen fut, geen goesting, alleen in slapen.

En toch. We zijn naar buiten geslenterd en dat voelde eerst als een soort verplichting. “Nu we hier toch zijn, moeten we op exploiratie gaan”, zoiets, maar plotsklaps werd ik bevangen door een soortement van euforie uit het niets. Misschien door de geur van een brandend houtvuur, of de blik van een schoon lachend kind. We sprongen achterop een ojek en de koloniaal vroeg aan zijn driver om ons naar een bar te brengen. Een frisse pint doet doorgaans wonderen na een afmattende dag over drukgevaarlijke hobbelbanen.

Ik had niet gezien bij wie ik achterop gesprongen was, vergaapte me alweer teveel aan de al zo vertrouwde Indo taferelen. Genoot van het brommergeronk, de wind, de avondkleuren, maar de rit bleef duren, kolencamions vlamden ons voorbij en Muara Enim verdween in de achtergrond. Opeens besefte ik weer: moslims drinken doorgaans geen pinten. Waar gaan we nu weer belanden?

In een bar langs de Korterijkse steenweg ben ik nog nooit binnengegaan, maar het was dus zo een soort tent, indonesian style. Een louche baanbar voor truckers. Alleen droegen de vrouwen en meisjes geen latexpakjes of jartellen, ze presenteerden zich zonder gene in pyjama. Moeders, dochters, kleindochters kwamen naar buiten toen we van de ojeks sprongen, iedereen lachte, iedereen trok naarstig foto’s van die twee witte orangs die wij waren. Het voelde een beetje alsof we waren sterren uit het verre westen. Het was overweldigend, zodanig dat ik er er om lachen moest, nog niet in het besef van de plaats waar ik me in wezen bevond.

Toen we daar uiteindelijk zaten in die bar, samengetimmerd uit versleten houten planken en in het gezelschap van de meisjesbaas die ons probeerde te verblijden met Engelstalige kwijlliederen die hij loeihard door zijn stoffige boxen liet galmen, overviel me een pijnlijk gevoel bij het zien van al die ranzigheid. Ondanks de vrolijke commotie die onze passage teweegbracht voelde je, zag je, ellende op al die vrouwengezichten. Schrammen en bloeduitstortingen op hun armen of in hun nek, het ongeluk droop van hun gelaat. Ook al hadden ze glimmende handphone’s en soms zwoel gestifte lippen. Ook al droegen ze T-shirts met misleidende opschriften als “never been kissed“.

Ondertussen was de meisjesbaas, met zijn onschuldige melkmuil, vereerd omdat we zijn bar hadden uitgekozen, hij serveerde ons een dure, lauwe pint met ijsblokjes en probeerde een amicale conversatie met de koloniaal. Ik probeerde zijn woorden te vertalen, te verstaan maar begreep heel weinig van zijn vertellingen. De vrouwen en meisjes toonden weinig interesse in de koloniaal en des te meer in mij. Elementaire beleefdheid, besefte ik, ondanks alle verwondering die ze ongeremd toonden.

Ik heb geen klanten gezien in de bar waar doorgaans zwarte mijnwerkers – ver van huis- zichzelf verstrooien in de aanblik van hun mooiste meisje. Hun hoogtepunt na al die uren rijden, of na weken non stop in de mijn. Ik heb alleen gevoeld dat het schrijnend was. Ondanks de pret.