offertocht
ze waren alweer met heel-heel veel voor de jaarlijkse offertocht,
bij momenten zag het er naar goede gewoonte een vleugje barbaars uit,
maar wat mij betreft blijft thaipusam het aandoenlijk mooiste feest
dat hier jaarlijks wederkeert
bbc bavo
ik hoorde zijn stem
en bedacht dat hij een grijzige man moest zijn,
fijn gezicht, slecht van zicht
de bavo claes van great britain
‘welcome you are listening to bbc world’
zegde hij ernstig
en ik luisterde braaf
kijkend naar de bomen,
naar de gele strepen
op de weg van changgi airport.
Hij las het nieuws voor,
gaf les over Haïti
en deelde kurkdroog mee
dat er na 2 weken
nog een kloppend hart was gevonden
NA TWEE WEKEN!
Ik probeerde me dat voor te stellen:
14 dagen & 14 nachten
onder de brokken
hongerig vermorzeld
h 2 0 – loos
help mij!
mama!
uitgeput verschrompeld
uitgebonkt en slaagkansloos
onklinsch dood, eigentlijk
maar toen was er
hoera en terug
bbc bavo,
die haalde me uit gedachten
omdat zijn tong ongelukkig viel
over de naam Liège
Liège klonk best wel exotisch
in het fransengels van bbc bavo
maar verder:
geen fijn nieuws
onze held
Wasanthe zei voor de grap dat hij ons met z’n tuk tuk van Mirissa naar Kataragama kon brengen.
Wasanthe wist niet dat we de volgende ochtend voor zijn tuk tuk zouden staan. Let’s go!
Zijn rijtuig was oud en vervallen, Wasanthe jong en naïef, poor and happy, zoals hij het altijd zei. Hij was avontuurlijk met de nodige portie lef, Wasanthe was nooit eerder in Kataragama geweest en we wisten niet of die ouwe bak van hem het 100 km vol zou houden.
Wasanthe liet de koloniaal rijden terwijl hij glunderend naast me op de achterbank zat. We stopten bij het huis van z’n zus alwaar de koloniaal de tuk tuk in de omheining parkeerde. Dus na het huis van z’n zus kroop Wasanthe terug zelf achter het stuur en leek hij wel Alice in wonderland. Hoe hij naar de nooit geziene landschappen keek, hoe hij telkens weer de weg vroeg ook al kon je alleen maar rechtdoor.
Na zes uur tuk tukken zagen we de tempel van Kataragama, maar Kataragama beviel ons niet, het was er een beetje doods, zo in december. Dus zegden we: “Wasathe let’s go to Ella!”
Zijn ogen blonken, niet alleen voor de extra roepies die de tocht zou opbrengen maar vooral; hij had de watervallen van Ella nog nooit gezien en de tocht langs de rand van het National Parc was op z’n minst spannend, met al die wild life olifanten. Maar toen hij de eerste slurf zag, bleek Wasanthe een angsthaas en wou hij rechtsomkeer maken. “Too dangerous – too dangerous.” Per change waren er meneren met kalashnikovs die wel zouden schieten indien een plompe tientonner te dichtbij zou komen.
De weg was zo hobbelig dat een band het begaf, de weg was zo lang dat we zonder nafte vielen, de weg was zo mooi dat we moesten zeggen “Wasanthe kijk uit!” Terwijl het ook wel mijn eigen geluk was: zijn enthousiaste jongenshoofd dat vol ontzag naar de bergen keek.
En toen we uiteindelijk en na twaalf uren met de blauwe tuk tuk Ella-berg opreden, was het al donker en konden we de watervallen niet meer zien. Wasanthe nam zijn telefoon en belde zijn vrouw, “listen”, zei hij en hij stak zijn gsm in de lucht, “this are the waterfalls of Ella”.
Mooi was dat.
mister Tan en zijn drijvend restaurant
Ik wist niet dat ze nog bestonden in Singapore, kelongrestaurants waar je met de boot naartoe vaart. Mister Tan woont met zijn familie op zo een houten platform temidden het water en hij serveert er alle heerlijkheid uit zee. Vrienden hadden ons gisterenavond uitgenodigd naar dit goed bewaard geheim, dat drijvende platform vol tempels, een blaffende hond, een ronkende generator en servies in plastic.
De vrienden hadden de plek ontdekt dankzij een Chinese wijnliefhebber die zich graag naar daar laat varen met een paar uitmuntende flessen onder de arm.
Die Chinees is een sjieke meneer die het niet beneden zijn stand vindt om uit oranje plastic te eten. De juiste wijnglazen neemt hij zelf wel mee.
Het zag er allemaal nogal groezelig uit, aftands versleten en met witte wapperende was die grijs uitsloeg. In de donkere verte zag je Singapore, duizenden lichtjes en af en toe ook een voorbij varende tankerboot. Als er zo’n gevaarte passeerde gingen de golven hoog op en heel diep neer en dan was het precies of je zat op een kermisattractie.
Toen ik tijdens een sigaretje aan de rand van het platform dolenthousiast was over de plek en het eten, zei de wijnchinees dat hij graag naar deze plek komt uit nostalgie. Omdat hij als kind niet beter wist dan eten op het water. De Singaporese wateren lagen destijds vol. Nu is de “Fresh live seafood”-plek van mister Tan een unicum dat niet in de restaurantgidsen staat.
De kelong van mister Tan is het meest romantische eethuis met het beste uit zee, vol zorg en liefde klaargemaakt door echte zeemensen.
En wat we ons gisteren allemaal afvroegen was hoelang dit sprookje nog zal duren.
De plek, de eigenaars en de setting waren te filmisch om waar te zijn.
Dus daarom: hou het een beetje stil. Een boot vol Duitsers en het is om zeep.
het roze rozen elfje
het roze rozen elfje was hier op bezoek
en uren heb ik zitten staren
naar haar nimfenachtig hoofdje
hoe ze zich net als haar moeder
galant in de zetel vlijde
met haar blanke beentjes
vrouwelijk over elkaar gekruist
we delen dezelfde passies,
zij en ik
voor lichtgevende konijnen
en indische parasols
ook zij is danig onder de indruk
van de koloniaal
in wie ze een helicopterbouwer ziet
toen ze buiten ging
vroeg ik een kus
maar die kreeg ik niet
“ik ben te verlegen”,
zo zei ze
maar dat geloof ik niet
tissa wewa
de srilankezen komen van heinde en ver
naar tissa wewa,
het waterreservoir met zee-allures
waar eeuwenoude bomen dansen in het water
en kraaien hun paringsdansjes doen
het is een wonderlijke plek
met straatventers die gebakken garnalen verkopen,
waar locals naar de einder staren
of op boten springen
om te cruisen langs
minieilandjes met maxivogels
in het propere water van tissa wewa
kun je ook een verfrissend bad nemen
best met je kleren aan
want srilankezen
zijn geen bikini mensen
de zonen van zaki
gisteren waren de zonen van zaki te gast in zouk, een hippe club vol dronken minirokjes
het was uit puur chauvinisme dat ik ging kijken want een clubgirl ben ik niet
en ook wel: al die jaren geleden, toen ze nog niet wereldberoemd waren
draaiden ze op 1 van de beste feestjes ooit in een amsterdams museum
ik had uit voorzorg m’n danslaarsjes aangetrokken gisteren
een pepdrankje gedronken ook
maar het was anders
minder feest
meer show
pure, steengoede showbizz eigenlijk
met heerlijke visuals, onverwachte mixen
en nummers die ik in geen tijden had gehoord
het was awsome,
zoals we hier zeggen
en blinkend gingen we buiten
proud to be a belgian too!
positivo
ze zagen er gisteren quasi allemaal het zelfde uit,
de studenten van La Salle op hun open schooldag
een beetje zoals Tommy Wieringa het schreef in Joe Speedboot:
“ze droegen uitzinnige outfits die op de kunstacademie doorgingen
voor uitingen van hoogstindividuele smaak;
dat ze daarin nogal op elkaar leken was onbelangrijk”
positivo was een vleugje tegendraads
trots en zonder kleren,
showde hij z’n lichaamsschildering
porte-plume
deze week kreeg ik van vader
een handgeschreven brief
die brief, in dat zo vertrouwde
handschrift lag hier op tafel
en iedereen keek ernaar
alsof het betrof een prehistorische schat
“Je moet hem inkaderen”
zei een vriend
“want wie schrijft er in dezer computer -i-phone tijden
nu nog een brief?”
mijn vader dus,
een levend monument.
leave a comment