How to buy a desk
Ge gaat met uw lief naar de winkel omdat het nu toch wel de hoogste tijd wordt om een bureaumeubel aan te schaffen. Ge kunt immers niet altijd aan de terrastafel, tussen de onafgeruimde ontbijttafel de boekhouding doen. Daarvoor waait het soms teveel en dan vliegt alles weg. En als er klanten over de vloer komen en met mister Lim ogen rondkijken en dan vragen: “is this your office?” en ge antwoordt “yes, it is” dan voelt ge u toch wel een beetje onprofessioneel als ge samen met die klanten kijkt naar de buitentafel waar uwen bijna zwarten witten macbook zich een beetje verloren voelt tussen de kaasplank en de koffietassen. Eigenlijk staat het niet echt goed dat de managing director van de firma geen personal desk heeft. En ge wilt er alles aan doen omdat de klanten u toch een beetje serieus zouden nemen ook al zijt ge heel serieus zonder echte bureautafel.
Ge gaat dus naar de winkel.
Ge komt in de winkel en loopt door rijen tweedehands brol. Echt brol. Kasten die uit elkaar vallen en lelijke metalen bureaus die doen denken aan het meubilair van overheidsbedrijven in de jaren tachtig. En dan plots. Ziet ge tussen al die rommel een vals antieke schminktafel staan. Zo een met piepkleine schuifjes en een spiegel waaraan ge kunt draaien. Ook wel een lelijk ding maar ge voelt dat ge ze kunt personaliseren, zoals men dat tegenwoordig noemt. Schilderen in goudkleur, of lichtblauw met bloemetjes, zoiets. Ge zegt tegen uw lief: Ja! Dienen bureau wil ik!” En uw lief zegt een beetje verontwaardigd: “Maar allez, ziet gij dat nu niet? Dat is genen bureau. Dat is een opsmuktafel voor madammen.”
Ge overtuigd hem. Dat ge wel moeite wilt doen om serieus genomen te worden door middel van een bureaudesk. Maar dat het toch ook wel nog een beetje onnozel moet blijven. Alstublieft. Want au fond: ge zijt onnozel. En daarop heeft uw lief geen weerwoord.
Ge roept de verkoper. De hoofdverkoper. En dat is een jonge donkere kerel met een parelwit gebit en een vriendelijke lach. Ge vraagt: “How much lah?”. Die “lah” moet ge er hier echt bijzeggen of ze verstaan u niet. “300 lah”, repliceert de parelwitte tandenman. “Too expensive! This is fake antique lah.”
“200 and we take”, zegt uw lief als een ware held. Ge wilt er zelf nog een schepje bovenop doen want ondertussen heeft uw oog voor mooie lelijke dingen een ouderwetse stalamp gezien met een deuk in de kap. Ge zegt: “200 with this lamp for free”, en ge wijst naar dat stuk rommel dat boven op een kast staat. De parelwitte tandenman weet niet goed wat zeggen en zegt: “i have to ask my boss. Do you have your namecard?” Ge overhandigt hem uw vikinghelmenkaart waarop uw handphone nummer staat en hij zegt dat hij u morgen zal bellen.
Ge zijt blij en ge ziet het al helemaal zitten met uw bureau. Ge gaat een glas drinken op uw vondst, en nog een glas. En ge gaat daarna slapen met uw handphone naast uw oor. Ge staat op en ontbijt met de handphone naast uw bord. Ge doet boodschappen met uw handphone in uw hand. Maar hij belt niet. Die lul belt niet. Ge zegt tegen uzelf: “Fuck, ik ben misschien een beetje arrogant geweest.”
Dagen gaan voorbij en ge kunt uwen droombureau niet vergeten. Ge wordt er zelfs onbewust een beetje grumpy van. Op een morgen staat ge op en zegt uw begrijpend lief: “zullen we nog eens soixante neufen?” Ge vindt dat niet raar, zo op uw nuchtere maag want ge weet wat hij bedoelt. Uw droombureau staat immers te vergaan in een pand met huisnummer 69.
Ge gaat dus terug naar de winkel.
De verkoper met de parelwitte tanden zit aan zijn bureau, een voorwaar serieus exemplaar, rekensommen te maken. Er komt een vuile gele tanden verkoper op u af. Hij loopt mee naar het droombureau. Ge vraagt: “How much Lah”. “180”, zegt hij. Ge valt bijna dood. Maar toch zegt ge: “one fiifty with this lamp”, en ge wijst weer naar omhoog, “For free.”
“Can not lah!”, lacht hij. But for 180 can. With lamp.” Inpakken die handel!
Als ge daar dan vervolgens vrolijk tussen de gangen van kasten loopt, komt ge de parelwitte tanden verkoper tegen en hij glimlacht naar u. Ge zegt bij wijze van begroeting: “you didn’t phone back.” “Cause my boss said no, your offer was too low”, repliceert die hufter. Ge wilt iets zeggen maar uw lief zegt: “Niet discussiëren.” Ge houdt uw mond omdat ge weet dat uw lief meestal gelijk heeft in zo’n dingen.
Ge kijkt hoe drie onhandige mannen uw nieuwe pronkstuk in de koffer steken op een manier waardoor er op een haar na geen pronkstuk meer was geweest. Ge loopt met de vuile gele tanden man naar de kassa. De kassa is het bureau van de parelwitte tanden man. En hij zit erachter. Hij neemt een blanco factuur en luistert naar wat de vuile gele tandenman zegt: “180 dollar for one lamp and one cupboard”. “Cupboard”, denkt ge in uw zelf, “dat is geen cupboard” en ondertussen kijkt ge met triomfantelijke blik naar de parelwitte tanden man die nu zijn mooie tanden niet toont. Zijn gezicht slaat groen uit. Hij mompelt: “one-eighty?”. En ge trekt nog een triomfantelijkere kop en ge zegt: “Yes. One eighty. Can you imagine?” En dan hebt ge goesting om uw tong uit te steken naar dienen stinkbol, maar dat doet ge niet want uw ouders hebben u met zin voor beleefheid trachten op te voeden. Dus zegt ge gewoon: “have a nice day”, nadat hij uw wisselgeld heeft teruggegeven. En dan denkt ge dat hij nog eens zijn parelwitte tanden zal laten zien door middel van een “You too”, maar dat is duidelijk een verkeerd gedacht.
Hoe denkt U dat die verkoper zijn parelwitte tanden bekostigd?
Was getekend
Ik zoek me al een jaar lang een fatsoenlijke “schminktafel”! Niet te vinden… voorlopig.
Bedankt voor het leuke verhaal en veel plezier met de jouwe!