Playtime
De nageboorte ligt niet in zijn bed. Ik zeg: “Liefste, liefste uw zoon is niet thuis gekomen deze nacht. Is dat normaal?” Hij zegt: “Ja, die zal bij een vriend blijven maffen zijn. Maakt ge u zorgen?” Ik zeg: “Neen”, maar ik denk: “toch een beetje.”
De telefoon rinkelt en daar is hij dan, het is bijna noen. “Ik zou naar huis komen voor het ontbijt, is dat goed?”
“Ja heel goed, breng een stokbrood mee. En croissants,” zegt de vader. Ik ben opgelucht: hij leeft en is ongedeerd!
Ik denk: “Misschien doet hij het wel voor ons. Een nachtje wegblijven. Kunnen we nog eens ongeremd met elkander spelen.” Ons dakhuis is heel klein moet u weten.
De zoon komt thuis en springt bij ons op bed. Hij is net niet te vroeg.
Hij legt een plaatje op, we staan op, we dromen nog met open ogen. “I like to do it in the morning”, zingt een zwoele stem. Ik kijk nasmachtend naar mijn lief. ’t Is een lied dat hij zou kunnen zingen, maar hij hoort het niet, ziet mij niet. De zoon wel en lacht met mijn kop.
Jonge gasten é…
Kan er van meespreken.
Je beschrijft het mooi en eerlijk.