Zwemritueel
Sinds eergisteren ben ik niet meer lui en sleep ik me iedere ochtend naar het Jalan Besar zwemcomplex alwaar ik in openlucht twintig baantjes trek wat overeenkomt met een dagelijkse afstand van 1000 meter. U moet weten, toen ik net in deze stad aangekomen was, deed ik dat iedere dag. We woonden toen nog om de hoek en ik slenterde er vers uit bed, halfdromend en in slaapjurk naartoe. Ideaal om wakker te worden. Ik vergaapte me toen nog aan de zwemstijl van menig Singaporees. Voelde dikwijls een drang om hen van de verdrinkingsdood te redden. Ze lijken soms echt te verzuipen maar bij nadere observatie bleek het om een mij onbekende zwemslag te gaan. Het heeft veel weg van schoolslag, maar bij iedere armbeweging laten ze zich haast zakken tot op de bodem van het bad, en dan komen ze, vijf centimeter in lengte vooruit en naar adem snakkend boven. Sommigen kunnen echt niet anders, maar het is mij na verloop van tijd ook duidelijk geworden dat ze de techniek somtijds aanwenden om onder water naar de andere zwemmende lijven te gluren. Ze gaan vooral onder als er een vrouwmens nadert en komen pas boven als ze hen is gepasseerd. Ze doen het zo opvallend dat het bijna kluchtig is. Al moet ik bekennen dat ik dikwijls op het punt heb gestaan om zo een door zijn zwembril gapende Chinees een serieuze doeft in zijn gezicht te verkopen. Maar al bij al ben ik ben een welopgevoed meisje en gebruik ik zelden geweld.
Maanden heb ik dat volgehouden, die dagelijkse kilometer, maar sinds we vier straten verder wonen was er een soortement van luiheid over me gevallen waardoor ik niet meer in het zwembad geraakte. Wellicht zit het gezellige dak waarop ik nu wakker word daar voor iets tussen. Ik sta op, maak een espresso en geniet van onze tropische plantentuin. Die ziet er iedere ochtend anders uit. Sinds kort ook met bedwelmend geurende bloemen aan de frangipanebomen, bloemen die goesting doen krijgen in taartjes van bij de banketbakker die vroeger naast pepe Maldegem en Bobonneke woonde. En de gele-bloemen-klimplant zie ik letterlijk groeien. Als de zon fel brandt dan staan de bambou’s er ’s ochtens al halfdood bij, hunkerend naar water met hun blaadjes toegeplooid. Dan sproei ik de potten vol en kijk ik hoe die bladeren binnen de vijf minuten opnieuw felgroen kleuren en openvouwen. Ik denk dan veel; zie mij hier nu zitten op dat dak, verworden tot een fanatieke bloemenstaarster. Bloemenvoedster. Plantensnoeister. Vroeger was ik zelfs niet in staat een sanseveria in leven te houden.
Het zwemritueel heeft zich aldus, sinds drie dagen en na een maandenlange onderbreking verplaatst naar het after flower moment. En ik moet zeggen er is het een en ander veranderd wat betreft de bevolking van het waterbad. Bijna geen Chinezen meer en totnogtoe geen enkele Indiër gespot. Vooral expats, wat het akelige gevoel dat deze buurt aan het opwaarderen is alleen maar bevestigt. De huurprijs van het huis waar we vroeger woonden is ondertussen trouwens meer dan verdubbeld. De huisbazen ruiken geld. Hebben door dat niet iedere buitenlander tuk is op condominiums, dat er mensen zijn die de exotiek van de buurt boven luxe en een privaat zwembad verkiezen.
Anderzijds: veel Afrikanen in de strandbedden van het zwemcomplex. Ik denk zelfs dat ze er wonen, dat ze er slapen overdag en ’s nachts hun handel drijven in dubieuze pc’s en videocamera’s. 1 dollar per dag, van 7 in de ochtend tot 10 uur ’s avonds kunnen ze er uitrusten en douchen, toch veel goedkoper dan het cheapste hotel of de goedkoopste flat. Er is in de buurt ook een invasie aan de gang van Afrikaanse medemensen. Op de hoek schuin tegenover Mustafa’s is er een Afrikaanse foodstall waar ze allen samenhokken, sinds kort laten ze ook hun wulpse, goed van vlees voorziene vrouwen overvliegen en dat nieuwe, goedlachse kleur in de stad is mooi om zien.
Misschien overdrijf ik wel met mijn gedachte aan hun strandbedwoonst, maar wat wel zeker is, is dat ze naar het zwembad gaan voor private rust. Want als ze een woonplaats huren, dan leven ze er dikwijls samen met meer dan dertig stuks.
Over de plaatselijks zwemstijl der Afrikanen kan ik u aldus niet berichten want ze liggen allemaal te ronken aan de rand van het water en worden zelfs niet wakker door het geschreeuw van de in de pyama verpakte kindertjes die gehuld in flanel leren zwemmen. Dat is ook iets waar ik me lange tijd aan vergaapt heb, maar nu al zo doordeweeks vind dat ik tegenwoordig raar opkijk als er een kind in zwembroek in het water springt.
Ook ik ben welopgevoed, maar als iemand een tsjoef op zijn snuit verdient deins ik daar niet voor terug. Veel plezier met het zwemmen trouwens, ik ga die techniek hier in mijn bergbeek ook eens uit proberen. Al was het maar om naar de forellen te gluren.
Was getekend
[…] met mijn zwemritueel gaat het de laatste tijd een beetje slecht. Luiheid. Dat kent u misschien wel. En als geldig […]