Naamkaartjes
Vroeger had ik een echt beroep en geen naamkaartje. Nu heb ik geen echt beroep maar wel een naamkaartje. Als je in Singapore geen naamkaartje hebt, ben je namelijk geen mens. Vandaar. Men zal hier nooit vragen: “en wie ben jij?”, men vraagt: “kan ik je naamkaartje hebben?” Een jaar heb ik het dapper volgehouden zonder. En iedereen bekeek me alsof ik kwam van een andere planeet. “Geen naamkaartje?! Dan spreek ik niet tegen u”, zo leek het wel.
Liefst van al hebben ze hier ellenlange titels op hun visitekaartje en als ze er ergens “executive” kunnen opplakken, is het pas helemaal goed. Er bestaat een hele business rond die kaartjes, graphic designers die zich met niets anders bezig houden, shops die stoefen over de korte termijn waarbinnen ze je nieuwe kaartjes, mat of glanzend, kunnen leveren tegen ongeziene stuntprijzen. Mensen stoefen met hun naamkaartjes, er bestaan speciale doosjes voor hun naamkaartjes, een naamkaartje is minstens evenveel waard als een identiteitskaart.
Op mijn gloednieuwe naamkaartje staat een grote vikinghelm met daarin mijn naam. En mijn functie is “allrounder”. Nu weten ze helemaal niet meer wat gezegd. Zeker van een andere planeet, dat mens.
Toen we op de persmeeting van de Singapore fashion week een foto moesten maken van Matthew Williamson, een Britse designer, heb ik op een halfuur tijd wel 23 naamkaartjes uitgedeeld aan allerhande meisjes van evenementenbureau’s die ons tot bij de designer moesten brengen. Dat was daar nogal een circus. Ze schermden die kerel af, alsof hij zou breken als je in zijn buurt kwam, alsof hij was allergisch aan daglicht. Ik denk trouwens dat ik daar de enige vrouw was die zich niet had opgekleed. Ook de enige zonder valse nagels. Alle vrouwelijke journalisten zagen eruit alsof ze waren op een galabal, wellicht zelfs speciaal een nieuwe jurk en sjokosj gekocht voor de tête à tête met de modeontwerper. In de hoop misschien dat hij hen zo complimenteren voor hun goede smaak, ik weet het niet. Zelden zo’n vertoning gezien. Ook de journalist van Tatler zag er potsierlijk uit. Had zelfs een stoefertje in z’n kostuumvest gestoken voor de gelegenheid. Hij bibberde van ontzag.
“Maybe we can first do the official thing”, zei ene Margaret van de organisatie. Ze stak haar twee handen vooruit en overhandigde haar naamkaartje met een kleine buiging. Zo hoort het blijkbaar: een naamkaartje offreer je met beide handen, en niet zoals ik het doe: na een half uur grabbelen in m’n jutten zakje , een verfromeld pakje sigaretten in de ene hand moffelend en dan dat kaartje tevoorschijn toveren met m’n linkshandige tengels. Meestal met een opgeluchte kop van “oef, ik heb ze toch bij”. Geen stijl.
Ze nam mijn kaartje aan en bleef er een minuut naar staren. “Wat moet ik hier mee”, leek ze verbouwereerd te denken. Ze nam haar I-phone, zong er wat Chinese woorden in en een halve minuut later stond daar een ander meisje. Margret had gedaan met ons. Waarschijnlijk te weinig titels op mijn kaartje voor haar kostbare tijd. Een van haar assistentes zou wel volstaan. Weer kaartjes overhandigen… en zo bleef dat maar doorgaan, om de vijf minuten kregen we een ander meisje die de sympathieke moest uithangen in afwachting van zijne hoogheid de designer. Tot opeens: opschudding. Nadat we hadden gezegd dat we dienen Matthew wilden fotograferen op een lichtgevende box, boven in de zaal. Kon niet. Want er was daar geen aircon. Stel u voor dat hij zou smelten. Vijfendertig telefoons. Ik overdrijf niet. Ik overdrijf nooit. Tot de personal assistent van de ontwerper zelf op het toneel kwam. “Sure!”, zei ze enthousiast toen we vertelden over de box. Ik had zin om mijn tong triomfantelijk uit te steken naar al die dramaqueens van de organisatie die zo buitenmaats schrikkerig doen over ongeairconde ruimtes.
En sir Williamson? Vlotte kerel, professionele poseur, stond als een ster op de box. Hij is niet gesmolten en heeft evenmin mijn naamkaarje gevraagd.
Dus de enige waaraan je wel een naamkaartje wou geven heeft er geen gehad. t’ Kan verkeren.
Was getekend
De Blog der Zuchten geef ik groot gelijk: dit is een superblog! Da’s pas nieuws, da’s pas anders dan anders, wat ik hier lees. origineel. Nieuw voor mij. Wow, wat een ontdekking! Veel succes!
Haha ik dacht dat het een hele opbouw was naar het moment dat de designer iets over je maffe naamkaartje zou zeggen, en niet over de andere :p