Singajo's world

Geld maakt gelukkig

Posted in Uncategorized by singajo on dinsdag, 4 maart, 2008

We liepen te zeulen met statieven en lampen door de gangen van een wereldberoemde en gesmaakte hotelketen. Ik begin het stratenpatroon van de muftige Singaporese vestiging al goed te kennen. Ze vragen de koloniaal daar vaak voor foto’s. En telkens weer ben ik verbauwereerd door de aparte smaak van de singaporezen. Alles ziet er liefst bombastisch kitscherig uit. Met vijf ton wegende lusters en dikke, wollige tapijten, gefumeerde spiegels en blinkend, gebloemd behangpapier. De lobby geurt immer naar versgeplukte lelies van de een of andere gekloonde soort. Vatzige zakenlui hangen er in de zetels, keurig opgemaakte dames lopen er met hun handen voor zich uit omdat ze net van de manicure komen, hun vers gelakte nagels nog niet goed en wel droog. 

“We have to shoot Chinese New Year’s dishes today and also the vip-wedding table”, zegt Rachel met haar hoge meisjesstem. “They will bring the decoration for the dishes soon. Do you guys want a coffee in the mean time?” Misschien is dit wel een pluspunt aan shooten in dit luxeverblijf, Singaporezen offreren zelden iets te drinken. Maar hier is de staff voorbeeldig opgeleid. Ze stoppen je vol drank en etenswaren, aan de vorige shoot had ik zowaar een indegestie en milde kater overgehouden. Ze bleven onze glazen maar bijvullen met champagne en het ‘quick lunch menu’ was toch ook wel bemeten op zwaarlijvige bourgondiers met reusachtige magen.We zitten op de roodstoffen, met bloemen opgesmukte banken van het Tandoor restaurant. Hier moeten we shooten. Soms begrijp ik dat volk echt niet. We gaan foto’s maken van de chinese gerechten in het indische toprestaurant van het hotel, een donker verlichte eettempel met fontijnen en stoefkasten vol zilveren potten en kannen. Terwijl zich 1 etage hoger het restaurant bevindt dat de gepresenteerde gerechten serveert. Zijnde; een slijmerige brij van champignons met asperges en een ondefinieerbaar, oranjekleurig ingredient. Een grote rode vis met een open muil vol scherpe tanden. En een schotel met wel tien verschillende kleuren zeegras die volgens de koloniaal “absoluut smakeloos zijn”.Terwijl de chef zijn schotels meticuleus garneert met een diepbruine soyasaus die de bereidingen nog meer afzichtelijk maakt, drinken wij onze cappucino, wachtend op de decoratie. Ik staar naar de muren en zie geen enkel detail dat verwijst naar iets Chinees. Om eerlijk te zijn, de sfeer is er ook helemaal niet Indisch. Eigenlijk is de ruimte vooral sfeerloos. Alleen de donkere obers doen vermoeden dat men hier wel eens Oosterse keuken zou kunnen serveren. Ze zijn trouwens met veel, die obers, ook al is het restaurant leeg. Ze lopen haastig rond, alsof er heel wat arbeid te verrichten valt, maar na grondige observatie blijken ze zich gewoon te verplaatsen van punt A naar punt B, daarbij soms een servet verleggend dat niet symmetrisch op een vergulden bord is gedecoreerd.Na zevendertig handphone-onderhandelingen heeft Rachel goed nieuws. De New Year’s decoration is nu echt wel komende.Een kleine man strompelt het restaurant binnen, ik kan zijn gezicht niet zien, zo hoog is de stapel versieringen die hij in z’n handen draagt. Kartonnen ananassen met Mandarijnse symbolen in blinkende kleuren, twee vergulde boten, plastieken wensen in goudkleur, afzichtelijke bloemstukken, de afbeelding van een zwijn en een rode lampion uiteraard.

“Wasn’t 2007 the year of the pig?”, vraagt de koloniaal.“You’re right but we still don’t have the attributs with rats”, repliceert Rachel. Haar kont wiebelt rytmisch van links naar rechts terwijl ze op haar hoge stilleto’s naar de tafel wandelt waar de man zonder gezicht de opschik heeft neergelegd.Ik duizel bij het aanzicht van al die glitter in plastic. De koloniaal kijkt ontzet en mompelt dat hij het had kunnen vermoeden, dat hij hier weer fucking shit zou mogen schieten. ik neem een verguld-plastic symbool in mijn handen. Er hangt een fijn touwtje aan, vastgeknoopt met twee minuscule parels. In plastic uiteraard.“What does it means?”Met haar fushia gelakte nagels die qua lengte niet moeten onderdoen voor haar schoenhakken neemt Rachel het tierlantijntje fijntjes vast voor inspectie.“It means hapiness”, zegt ze droog. “You have to put it up side down, and than it means that happiness arrived.”Ik word er bijna week van.“Prosperous” is het adjectief dat ze toekent aan bijna alle andere ornamenten. Soms consumeert ze ook “wealthy”, wat dus eigenlijk hetzelfde betekent. Geen enkel item symboliseert “een goede gezondheid” of “geluk in de liefde”, al die rotzooi draait om geld. De gouden schipjes hadden het al doen vermoeden, maar van ananassen had ik toch iets aparters verwacht.

Routineklus. Lampen zetten, power harder, power zachter, de weerbarstige chilli’s op de visrug schikken en al die geldsymbolen er keurig bij.Onderwijl denk ik aan geld. Ttz aan de geldobsessie van Singaporezen. En hoe zich dat uit. Mirza had me verteld dat een spleetogenmeisje niet had ingestemd met de voortrouw omdat de ring die haar geliefde aanbood niet duur genoeg was, of beter: er niet duur genoeg uitzag, want daar draait het in hoofdzaak rond; tonen wat je waard bent. In dollars dan. “If you don’t buy me a bigger ring, you have to look for another bride”, had dat kreng zonder blikken of blozen gezegd. “I can’t show this cheap thing to my friends.” Daar sta je dan als brave ambtenaar, al je spaarcenten in diamant geinvesteerd en nog niet goed.En de godenoffers. Die vertellen ook veel. Er zijn hier straten vol offerwinkels. Toen ik de eerste keer zo’n shop binnen kwam, kon ik mijn ogen niet geloven. Vol nepgeld lagen de rekken, soms meters hoog. Er lagen ook wel papieren hemden met plastrons en papieren flessen bier en cognac of levensgrote fietsen in karton, maar die zijn bestemd voor begrafenissen, als er een Chinees sterft, offert men de papieren versie van hetgene waar de dode verzot op was. Zoniet het nepgeld. Daar springt men kwistig mee om. Ik zie hier dikwijls groepjes volk, met plastic  zakken vol nepgeld, samentroepen  rond  geroeste olievaten waar vlammen uitslaan. Langs de weg of in een backlane wordt al dat geld verbrand als offer voor de geldgod  . En denk vooral niet dat dit gebeurt met veel zin en gevoel voor sacraliteit. Neen, het gebeurt terloops, tussen het telefoneren en  roken door gooit men dikke stapels nepgeld in het vuur in de hoop dat dit geluk zal brengen. Geluk in de gedaante van echte Sing dollars waar opzichtige verlovingsringen mee kunnen worden gekocht. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: